3. Geef twee voorbeelden waar jij besluitvaardig hebt gehandeld (gebruik de STAR methode en maximaal 250 woorden). *
4. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat je accuraat werkt en waar je je bezig hebt gehouden met verslaglegging (gebruik de STAR methode en maximaal 250 woorden). *
5. Geef een voorbeeld van een situatie waarbij je weerstand ervaarde. Hoe ben jij daar mee omgegaan en welke stappen heb je ondernomen (gebruik de STAR methode en maximaal 250 woorden)? *